1. G C T A

2. G A G A T C T C

4. 4 mRNA Synthesis of mRNA in the nucleus DNA NUCLEUS mRNA CYTOPLASM Movement of mRNA into cytoplasm via nuclear pore Ribosome Amino acids Polypeptide Synthesis of protein 1 2 3 Het centrale dogma: DNA ↓ RNA ↓ Eiwit Alle cellen hebben hetzelfde DNA. Expressie van RNA, en dus eiwit, bepaalt eigenschappen.

5. Fig. 5-27 5 end Nucleoside Nitrogenous base Phosphate group Sugar (pentose) (b) Nucleotide (a) Polynucleotide, or nucleic acid 3 end 3C3C 3C3C 5C5C 5C5C Nitrogenous bases Pyrimidines Cytosine (C) Thymine (T, in DNA)Uracil (U, in RNA) Purines Adenine (A)Guanine (G) Sugars Deoxyribose (in DNA) Ribose (in RNA) (c) Nucleoside components: sugars 5 De bouwstenen van DNA en RNA

6. 6 Fig. 16-8 Cytosine (C) Adenine (A)Thymine (T) Guanine (G) A-T basenpaar G-C basenpaar

7. 7 Structuur van DNA 3 weergaven voor een G-C basenpaar

8. 8 Fig. 17-3b-1 (b) Eukaryotic cell TRANSCRIPTION Nuclear envelope DNA Pre-mRNA

9. 9 Fig. 17-3b-2 (b) Eukaryotic cell TRANSCRIPTION Nuclear envelope DNA Pre-mRNA RNA PROCESSING mRNA

10. 10 Fig. 17-3b-3 (b) Eukaryotic cell TRANSCRIPTION Nuclear envelope DNA Pre-mRNA RNA PROCESSING mRNA TRANSLATION Ribosome Polypeptide

11. DNA antiparallel basenparing complementaire strengen

12. -Type II restrictie enzymen: palindromische sequenties -Sticky (plakkerig) of blunt (bot) -Ligase repareert de…….. binding

13. Polymerase en exonuclease activiteit