Presentation is loading. Please wait.

Presentation is loading. Please wait.

VRAGEN MAKEN NU Engels unit 2.

Published byKatrien Bogaert Modified over 5 years ago

Similar presentations

Presentation on theme: "VRAGEN MAKEN NU Engels unit 2."— Presentation transcript:

1 VRAGEN MAKEN NU Engels unit 2

2 TO BE Zet de vorm van to be vooraan. You are… > Are you…?
He is… > Is he…?

3 Modale werkwoorden (can, could, must, should, will, would, may) Hulpwerkwoord have/has
Zet de vorm van can vooraan You can… > Can you…? He can… > Can he…?

4 Andere werkwoorden Present simple Zet Do of Does vooraan de zin.
Do + I, you, we, they Does + he, she, it You like… > Do you like? He likes… > Does he like…?

5 Andere werkwoorden Past simple Zet Did vooraan de zin.
You lived… > Did you live?

Download ppt "VRAGEN MAKEN NU Engels unit 2."

Similar presentations

Rianne seldom reads a book. Roy sometimes forgets his schoolbooks. Frederique often writes letters.

Rianne seldom reads a book. Roy sometimes forgets his schoolbooks. Frederique often writes letters.
Let me tell you about... (De Verleden Tijd) Explanation in Dutch: yesterday, last year, when I was younger, etc. Je gebruikt de Past Simple ook wanneer.

Let me tell you about... (De Verleden Tijd) Explanation in Dutch: yesterday, last year, when I was younger, etc. Je gebruikt de Past Simple ook wanneer.
All Right! 1thv Unit 4 grammar 4.1. Read this... I teach English. She reads many books. We have lunch every day. You never watch tv. I am teaching grammar.

All Right! 1thv Unit 4 grammar 4.1. Read this... I teach English. She reads many books. We have lunch every day. You never watch tv. I am teaching grammar.
All Right! 2thv Unit 1 grammar 2.1

All Right! 2thv Unit 1 grammar 2.1
Examens 4STW Zoek de fout!. I don’t believe that aliens has placed it. I don’t believe that aliens HAVE placed it. RULE: he/she/it = -s  E.g. I walk,

Examens 4STW Zoek de fout!. I don’t believe that aliens has placed it. I don’t believe that aliens HAVE placed it. RULE: he/she/it = -s  E.g. I walk,
Vraagzinnen met to be en can maak je door de eerste woorden van de de zin om te draaien: Bij to be (am/are/is): My mother is at home. Is my mother at home?

Vraagzinnen met to be en can maak je door de eerste woorden van de de zin om te draaien: Bij to be (am/are/is): My mother is at home. Is my mother at home?
Ontkenningen maken met to be, can, to do To be (am/are/is)+ not 1. She is into music and films 2. She is not into music and films. 3. She ’s not into music.

Ontkenningen maken met to be, can, to do To be (am/are/is)+ not 1. She is into music and films 2. She is not into music and films. 3. She ’s not into music.
Extra English Lesson 1 Charlotte Serrarens. Present simple Werkwoord (+(e)s) –I walkI takeI seeI do –You walkYou take You see You do –She/he/it walksShe/he/it.

Extra English Lesson 1 Charlotte Serrarens. Present simple Werkwoord (+(e)s) –I walkI takeI seeI do –You walkYou take You see You do –She/he/it walksShe/he/it.
Grammar 4.1 Verleden tijd van “to be” (“zijn”) Ik ben I am Ik wasI was Jij bent / u bent You are Jij was / u was You were Hij is He is Hij wasHe was Zij.

Grammar 4.1 Verleden tijd van “to be” (“zijn”) Ik ben I am Ik wasI was Jij bent / u bent You are Jij was / u was You were Hij is He is Hij wasHe was Zij.
Korte vragen (Question tags) Jij bent wel cool, toch? Zij is niet zo slim, he? Je bent niet boos, of wel? In het Engels doen we dit heel anders: Herhaal.

Korte vragen (Question tags) Jij bent wel cool, toch? Zij is niet zo slim, he? Je bent niet boos, of wel? In het Engels doen we dit heel anders: Herhaal.
All right 3hv unit 5 grammar 4.1. simple present - vorm  hele ww  s/h/it: hele ww + s (let op: bijv. to kiss wordt:she kisses.

All right 3hv unit 5 grammar 4.1. simple present - vorm  hele ww  s/h/it: hele ww + s (let op: bijv. to kiss wordt:she kisses.
A LL R IGHT ! 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 2.1 EN 2.2. BIJWOORDEN DIE AANGEVEN HOE VAAK IETS GEBEURT : staan na am/is/are: I am never late She is always on time.

A LL R IGHT ! 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 2.1 EN 2.2. BIJWOORDEN DIE AANGEVEN HOE VAAK IETS GEBEURT : staan na am/is/are: I am never late She is always on time.
Adverbs of Frequency (Bijwoorden van tijd).  Een “adverb of frequency” geeft aan hoe vaak iets gebeurd.  Always, usually, never, often, sometimes, occasionally,

Adverbs of Frequency (Bijwoorden van tijd).  Een “adverb of frequency” geeft aan hoe vaak iets gebeurd.  Always, usually, never, often, sometimes, occasionally,
HOE ZIEN DE TIJDEN EN DE LIJDENDE VORM ERUIT IN HET ENGELS ?

HOE ZIEN DE TIJDEN EN DE LIJDENDE VORM ERUIT IN HET ENGELS ?
Lesson 6. Today’s lesson Homework Top 5s Grammar: past perfect & future perfect Bonus Assignment Linking words Vocabulary.

Lesson 6. Today’s lesson Homework Top 5s Grammar: past perfect & future perfect Bonus Assignment Linking words Vocabulary.
Past perfect De PP(1) beschrijft een gebeurtenis die in het verleden plaatsvond voor een ander gebeurtenis(2) past perfect had + voltooid deelwoord had.

Past perfect De PP(1) beschrijft een gebeurtenis die in het verleden plaatsvond voor een ander gebeurtenis(2) past perfect had + voltooid deelwoord had.
1/03/09 De 89 à 98. 1/03/09 De 89 à 98 1/03/09 De 89 à 98.

1/03/09 De 89 à 98. 1/03/09 De 89 à 98 1/03/09 De 89 à 98.
Unit 5 Simple Present, Time Clauses, Used To, and Would.

Unit 5 Simple Present, Time Clauses, Used To, and Would.
Система глагольных времён.  Present  Past  Future.

Система глагольных времён.  Present  Past  Future.
 Hulpwerkwoord:  Do I, you, they Do you like dancing? Does he/she/it Does she work? did (ovt) alle personen I, you, he, they.

 Hulpwerkwoord:  Do I, you, they Do you like dancing? Does he/she/it Does she work? did (ovt) alle personen I, you, he, they.

Similar presentations

Ads by Google